Ethereal Threads: Music in the Vault of Heaven

Programmatekst      

(lees hier de tekst te horen in Morse code tijdens de performance)

 

ethereal :
Intangible; delicate; heavenly; spiritual. “it was an ethereal visitation by someone from another world”. Related: ephemeral – lasting a short time; transitory; short-lived.

thread :
A fine strand, filament or fibre of some material; something acting as the continuous link or theme of a whole.

 

Radio-Art Performance en het Wastelands Collectief

De woestenij van radiogolven is de grondstof die wordt gebruikt om real-time enigmatisch, efemere holografische muziek te maken. In de sixties luisterde je als kind 's nachts naar middelgolf (MW-AM)-stations over de hele wereld en werd je ondergedompeld in atmosferische geluiden, gesprekken in vreemde talen, exotische muziek en niet te ontcijferen morse sequenties die door de lucht zweefden. Deze onbekende geluiden kwamen door een krakende luidspreker, zoals golven die over een strand spoelden, wekte onze fantasie en voedde onze dromen.

Het Wastelands Collective improviseert live met deze elektromagnetische objets-trouvés. Ze combineren hun artistieke achtergronden en vaardigheden voor deze ongewone uitvoering waarbij ze de luisteraar laten ronddwalen in de elektromagnetische stratosfeer over de hele wereld. Ze creëren overlappende en interagerende ritmes en melodieën door HAM-radio's af te stemmen op (meestal) niet commerciële stations, geo-magnetische interferenties en radio white spaces (verlaten radiofrequenties).

Door het manipuleren van speciaal gebouwde antennes, onderzoeken ze de atmosfeer, luisterend op korte, midden, lange en ultralange (VLF) radiogolven naar afvalgeluiden afkomstig van skip-propagatie, militaire radarsignalen over-the-horizon signalen, diplomatieke communicatie, buitenlandse clandestiene zenders, nummerstations, piraat radio, ionosphere heaters, digitale signalen, morsecode, moon bouncing, bakens, onbekende muziekstations, overvliegende satellieten en whistlers (bliksemstormen in het zuidelijk halfrond). Naast de radio's worden geluiden geëmuleerd en gemanipuleerd met een reeks modulaire synthesizers. De atmosferische ruimte wordt nagebouwd in een driedimensionale Ambisonicss geluidsscène.

Real-time poëtische interventies en citaten reizen de hele wereld rond via radiostations en keren terug naar het podium, gekleurd met propagatie, gebroken echo's, atmosferische en menselijke geluiden. Een cellist improviseert op gecureerde geluiden en speelt met antennes als snaren. Deze antennes zijn functionele systemen en sculpturale objecten, resoneren met de elektromagnetische omgeving en roepen een kwantumkosmos op, waardoor inerte objecten worden omgezet in bijenkorven van activiteit. De akoestische interventies verbinden vorm en inhoud, media en boodschap, masseren het publiek in een dromerige staat, gedragen door een collage van atmosferische, geofysische, humane en kosmische muziek, en er is meer...

Historische en Filosofische achtergrond

Al in de 19e eeuw, toen de eerste lange afstand telefoonlijnen werden geïnstalleerd was er al radio-ontvangst voordat de radio werd geboren. Zelfs vóór de eerste uitzending van Guglielmo Marconi werd één van de waar- genomen geluiden in de telefoon, beschreven als een zeer opmerkelijk gefluit. Voor zover het in letters kan worden uitgedrukt, klonk de toon rond als "pfijoew". Deze fluittonen van zekere muzikale aard, waren soms zo krachtig en frequent dat een gesprek onmogelijk was. Elektrische onderzoekers noemden deze geluiden muzikale zwerfgeluiden (“strays”) die zich onderscheidden van de meer gebruikelijke atmosferische klikken, gekraak, gerammel, bruisen, schuren en “Pfeiftone” (fluittonen).

Wat fascinerend is aan deze wetenschappelijke classificatie van natuurlijke niet-muzikale of quasi-muzikale en muzikale fenomenen in de jaren 1920 en -30 is dat het parallel liep met de avant-gardistische esthetiek van componisten en muzikanten zoals Edgard Varèse, Henry Cowell, Ferruccio Busoni en Léon Theremin, die het klassieke temperament, tonale en timbrale categoriën in twijfel trokken en evolueerden naar het gebruik van “muzikaal” naar “niet-muzikaal” geluid met ondermeer microtonen, glissandi, ruis en stilte (later: John Cage). Inderdaad, een geïdealiseerde whistler bestaande uit het geluid van de initiële bliksemflits met volledig spectrum, gevolgd door tijdelijke stilte en het vegen van een glissando, belichaamt de heilige drie-eenheid van avant-garde muzikale esthetiek: lawaai, stilte, glissando.

Vertrekkend van dit punt verbindt de uitvoering de biosfeer en technosfeer met het medium en de boodschap. The medium is the Massage is immers de subtitel van de voorstelling en verwijst naar het cult-werk uit de jaren 60 van Marshall McLuhan. McLuhan voorspelde in deze unieke studie van menselijke communicatie in de twintigste eeuw, de alomtegenwoordige opkomst van moderne massamedia: het combineren van tekst, beeld en fotografie. Hij illustreert hoe de groei van technologie de maatschappij, persoonlijke levens en zintuiglijke waarnemingen volledig hervormt, zodat we effectief worden getransformeerd door de middelen die we gebruiken om te communiceren. Zijn theorieën en een verbazingwekkende inventaris van effecten, dwingen ons om ons af te vragen hoe communicatiemiddelen de samenleving hebben gevormd tot het “Fake News” tijdperk4.

Walter Benjamin was een van de eerste theoretici die nadacht over de sociale impact van massamedia en begreep dat nieuwe technologieën op de een of andere manier bovennatuurlijk zijn: ze rekken de natuurwetten en breiden zo onze fysieke krachten uit. Benjamin was enthousiast over de griezelige verhalen van de 19e-eeuwse Duitse romantische schrijver van fantasie E.T.A Hoffmann, die tovenaars en boemannen "uit het niets" toverde en even in de ban was van de manier waarop de lucht rondom ons op mysterieuze wijze radiogolven bevatte. Na 1933 begon de radio, het medium waarvan Benjamin hoopte dat het de luisteraars zou aanmoedigen om zelf na te denken, zich collectief tot de massa te richten, en verwachtte in reactie alleen een arm naar boven en een koor van "Heil!"

De performance leidt tot een “macro-sonosfeer”, een term die verwijst naar Pauline Oliveros, één van de centrale figuren in experimentele en elektronische muziek5. Hiermee wordt met Ethereal Threads een link gelegd naar de aanwezigheid van vrouwen in de vroege dagen van de synthesizers, sound-art, astronomie en wetenschap die de generatie daarop sterk beïnvloedde en inspireerde, van Bebe Barron, Daphne Oram, Eliane Radigue en Christina Kubisch tot Jocelyn Bell Burnell en Claudia de Rham.

De stage In het oorspronkelijke concept waren acht “HAM”-transceivers (amateurradio zend-/ontvangers) voorzien en dat was ook de titel van het stuk: Stage for Eight Radios. Voor de eerste try-out in Verbeke Foundation werden er drie radio’s en een set SDR ontvangers6 gebruikt. Dit om de slechte ontvangst van HF-zenders overdag in de winter als gevolg van propagatie te compenseren. SDR-radio maakt het mogelijk om te luisteren naar live-ontvangst van HF-signalen op externe ontvangers over de hele wereld. De op breedband gebaseerde PC-ontvangers zijn verbonden met Internet en toegankelijk voor radioamateurs die kunnen afstemmen op elke band en frequentie op elke locatie op de wereld waar de propagatie gunstig is. Voor de uitvoering werden twee 30m antennes8 in de grote serre geïnstalleerd (de enige optie). Om zeker te zijn van voldoende radiosignalen werden er vooraf SDR-stations gescand en tal van live samples opgenomen die on-stage verwerkt werden.

Met modulaire synthesizers worden de samples bewerkt maar vooral de geëmuleerde geluiden zijn een betrouwbare en controleerbare bron van geluiden een perfecte aanvulling. Deze geluiden zijn (ondermeer): een number station (random formant synthese), atmosferische ruis (vacuümbuis generators), elektrostatisch getik (fysieke modelering), whistlers (West-Coast synthese) en laagfrequent drones (East-Coast synthese). De stem wordt via kortegolf9 en over SDR teruggestuurd naar de stage en integreerd perfect met de andere klanken en fragmenten en deze van een tape recorder met de opname van The Medium is the Massage. De celliste10 improviseert op de geluiden die ze via koptelefoon ontvangt. Er zijn een aantal antennes en “antenne-instrumenten” voorzien die gemanipuleerd worden tijdens de voorstelling (cf. Ellen Fullman). Geprojecteerde visuals met ondermeer live spectrum graphs geven interactief feedback op het geluid.

Bijzonder aan deze experimentele voorstelling is de klankreproductie in 3D. Acht speakers verspreid rond het publiek zijn als Ambisonics matrix geconfigureerd en verspreiden aldus een heus holografisch geluidsveld. Geluiden gedragen zich als objecten en worden binnenin of buiten de speakerset bewogen door bewegingen in de ruimte met de handen van de performers.

Met de Radison, een dubbel parametrische ultradirectionele speaker systeem dat MIDI gestuurd wordt, straalt geluid als lasers door de ruimte. De Radison werd door Philippe Druez ontworpen als universele spin-off van het Kindergarten kunstwerk dat in debuut getoond werd tijdens de Listen to Me tentoonstelling in de Zebrastraat en op Ear to The Ground in 2019.

Compositorisch

Zonder hierbij te diep in te gaan op het theoretisch onderzoek in FMI theorie (Field of Musical Improvisation) en beschouwingen van ondermeer Bruno Latour, Gilles Deleuze, Jakob von Uexküll, Nicolas Bourriaud, Brian Eno, David Toop, Masashi Harada en anderen, definiëren we een contour waarbinnen (of -buiten) we ons kunnen begeven om dit grotendeels onontgonnen territorium (dat tot honderden kilometers buiten de performance zone strekt) tot een consistente productie te komen.

Een electro-akoestisch improvisatie waarbij een groot deel onbekende factoren het resultaat sterk kunnen beïnvloeden kan door het “vlinder-effect”12 al snel ontsporen. Een partituur is hierbij ook nutteloos en daarvoor wordt gezocht naar een modus operandi waarbij random factoren, generatieve elementen, ad-hoc interventies samen kunnen werken. Hierbij worden we geholpen door aan een evolutie(richt)lijn en een aantal ankerpunten tijdens de performance.

De evolutielijn is zeker geen dramatische structuur maar een interactieve strategie met een set condities die zowel voor het generatieve als het improvisatorische deel gelden en die de nodes in het performance mesh topologisch netwerk vectorieel verbindt. Net als FMI een multidimensionale ruimte waar het intra-muzikale, het extra-muzikale ontmoet waardoor een strategie van uitsluiting wordt gedeconstrueerd. Het controleert de oscillatie tussen orde en chaos. Het moet tevens het publiek evoceren dat de onbekende geluiden en muzikale constructies te horen krijgt, en het tot stand komen van het stuk begrijpelijk maken.

De ankerpunten bestaan uit het definiëren van een set sonic agents (klank-entiteiten) waarbij gezocht wordt naar een inhoudelijk-vormelijke eenheid die zowel als mijlpalen en als vangnet dienen tijdens het live gebeuren. Ze kaderen in een muzikaal denken met meer uitgebreide parameters dan alleen melodie, toonladders, harmonie, ritme, maar trillingen, kleur, connotatie, adem, gebaar, sfeer, textuur en sculpturaliteit. Dit aansluitend met wat hierna besproken wordt: het volume, de vorm, plaats en beweging in de (Ambisonnics) 3D ruimte.

Van Ionosfeer naar Sonosfeer

Met sonosfeer wordt hier niet verwezen naar Oliveros’ ruimte maar een ruimte waarin 3D geluid ervaren wordt. De vertaling van de radiogolven in de ionosfeer (de door de zon en kosmische stralen geïoniseerde laag van de stratosfeer) naar de geluidsgolven is niet alleen deze van een demodulatie13 of simpele deling (hoogfrequent HF 3000kHz / 1000 = 3kHz audiofrequentie AF).

Het blijft een artistieke interpretatie waarbij de ruimte als onderdeel van de sonic agents (zie hierboven) in zijn geheel bekeken wordt. Om een registratiemiddel te hebben en hierover te kunnen communiceren ontwikkel ik hiervoor een 3D notatiesysteem. Parameters die hierbij in aanmerking komen zijn: objectvorm (vlak, lijn, bol, chaos, ...), vector (volume en richting), traject (pad met keyframes) en uiteraard inhoud.

Het ruimtelijke als bron van signalen wordt herhaald in de Ambisoncs omgeving waar het muziekkunstwerk gecreëerd wordt. Dit brengt met zich een complexiteit die dit van een gewone geluidsmix ver overstijgt en meer dan een technische aangelegenheid is. Welke handelingen hebben welke invloed? Moet er een soort firmament bedacht worden met statische en dynamische elementen? Of een down to earth bezetting zoals een ensemble op een podium?...
Media en Communicatie — Historisch

Dit luik werd uitvoerig uiteengezet in hoofdstuk 4. Dat het medium gebruikt wordt om zichzelf kritisch in vraag te stellen kan als statement dienen voor Ethereal Threads. De explosieve groei van nep-nieuws met daarvan als gevolg het uithollen van democratie, rechtvaardigheid en vertrouwen van het publiek is aanzienlijk toegenomen. De vraagstelling over deze evoluerende media markt is uiteraard deel van de message.

The Ghost in the Machine

Philippe Druez is gevestigd in Gent en heeft een expanderende praktijk met interactieve multimediale installaties en performance. Zijn kritische betrokkenheid bij het publiek staat centraal in al zijn werk. In zijn projecten onderzoekt hij de maatschappij, communicatie, de psyche en het individu binnen de sociale structuur waarin we leven, en stelt hij vragen over het Antropoceen. De kunstenaar, gekend voor zijn innoverende projecten in de museumwereld, werkt als ingenieur, maker, ontwikkelaar, hacker, ontwerper, architect, componist, regisseur en onderzoeker, beheerst, onderzoekt en gebruikt alle disciplines om wetenschapskunstwerken te maken die alle media gebruiken om objecten, ideeën en concepten uit het conventionele te halen alles onthullen, bevragen en heroverwegen.
Druez studeerde filosofie aan de Universiteit van Gent (UGent) en Machine Learning (Artificial Neural Networks - ANN, AI) voor kunstenaars aan de Goldsmiths University in Londen. Druez behaalde Academische Bachelors in Computerwetenschappen en Mixed Media Art en een Master in Visual Arts aan LUCA School of Art. Momenteel is hij doctoraatsonderzoeker in sound-art aan de Universiteit Gent & KASK - Koninklijke School of Arts wordt gesteund door het Industrial Research Fund (IOF) voor het ontwerpen en ontwikkelen van innoverende 3D technologie.

Giusy Caruso is kunstenaar, onderzoeker, musicoloog en professionele concertpianist, gericht op een futuristische benadering van muziekuitvoeringen die kunst en wetenschappelijke toepassingen met elkaar verbindt. Ze onderzoekt enerzijds de nieuwe vormen van mens-machine-interactie, in het bijzonder de rol van de allernieuwste technologie voor de analyse van gebaren en geluid in pianospel en voor de creatie van hedendaagse multimediale uitvoeringen; aan de andere kant richt het zich op het effect van de ervaringen van mens tot mens, met name in projecten die muziek, dans en theater combineren. Als Post-doc onderzoeker aan het Institute of Psychoacoustic and Electronic Music (IPEM, UGent), wordt ze regelmatig uitgenodigd als gastdocent aan Universiteiten, Conservatoria en Instellingen.
Dr. Caruso een gerenommeerde concertpianist en vertolker van hedendaags muziekrepertoire met uitzonderlijke uitvoeringen, zoals Stop, Repair, Prepare: Variations on Ode to Joy op een speciaal geprepareerde piano bedacht door de visuele artiesten Allora & Calzadilla. Ze voerde vele wereldpremières uit, waarvan sommige aan haar waren opgedragen. Ze bracht CD's uit onder de labels Tactus, Centaur Records en Da Vinci Classics, die wereldwijd geprezen werden.

Heide Bertram wordt beïnvloed door componisten als John Cage en Murray Schafer. Het onderzoek van het momentum en de artistieke boodschap van de omgeving is altijd onderdeel van haar muzikale en educatieve werk. Ze neemt deel aan diverse klassieke en improvisatie-ensembles, evenals experimentele improvisatieartiest, theater, jazzmuziek, singer-songwriter, koren en educatieve projecten. Ze voltooide haar BA summa cum laude aan de Studie van Muziek en Zang aan Musikhochschule Münster (Duitsland) in de klas van Prof. Uta Spreckelsen, eindigde met een diploma in 2008. Ze behaalde haar Master Degree of Music in 2013 aan Musikhochschule Münster in de klas van Edmund Toliver, postdoctorale studies aan Gerda van Zelm, Utrecht.

Jasmijn Lootens positioneert zichzelf als een multidisciplinaire kunstenaar met kennis en ervaring in cello-uitvoering en compositie. Na het afronden van haar bachelor cello bij J. Kruithof (LUCA School of Arts) en studeren bij Q. Viersen (Conservatorium van Amsterdam), voltooide ze haar Master bij M. Vink en studeerde ze af met de grootste onderscheiding aan LUCA.
Tijdens een geavanceerde masterstudie in hedendaagse muziek aan LUCA en een bachelor in de muziekwetenschap aan de KU Leuven, experimenteerde ze met het samenvoegen van de rollen van de uitvoerder en de componist, en het creëren van een symbiose tussen muzikale compositie, muzikale uitvoering en beeldende kunst. Dit leidde tot haar promotie-voorstel dat zich richt op het concept van ‘hybride muzikant’ in een interdisciplinaire artistieke context. Ze begint haar promotie in september 2018 bij LUCA en is aangenomen voor het docARTES-programma aan het Orpheus Institute.

Morse text

The term “Global Village”, a theory originally linked with communication theorist Marshall McLuhan in many of his prevalent books such as Understanding Media (1964) and The Global Village (1968) is still relevant today.

Fragments from the latter are transmitted in Morse code over Short Wave radio during the performance:

Acoustic space is hard to imagine!
Start with deep space. Visualize yourself looking out the cockpit window of a spaceship moving into the area beyond the immediate galaxy. There are no recognizable planets or stars, just pinpoints of light and swirling gases rushing toward you, streaming away on either side of your field of vision. Like the opening sequence of the television series, Star Trek, or the scene in Star Wars when Hans Solo puts his interstellar freighter into warp speed as they move across the galaxy to find the rebel planet.

Acoustics as the experience of returned sound. Acoustic is "eco-land". Our cortex is divided into two hemispheres, one of which concerns itself with visual or Euclidean space and the other with acoustic space. Nevertheless, modern man does not have equal access to both hemispheres in apprehending the world around him. One of the hemispheres, the left, is dominant in Western culture and the other seems to be operating at a minimum level. Perhaps a better way of looking at it is to say that we are engaged in the Herculean task of processing right hemisphere perceptions of the world through the left hemisphere. That is, everything we experience in some way has to have a logical cause and effect relationship or we are unhappy.

Without being aware of it, the Western world has created a kind of violence for themselves. Western man thinks with only one part of his brain and starves the rest of it. By neglecting ear culture, which is too diffuse for the categorical hierarchies of the left side of the brain, he has locked himself into a position where only linear conceptualization is acceptable. Euclid and Newton fixed Western man's body in rigid space and oriented him toward the horizon.

The term senus communis in Cicero's time meant that all the senses, such as seeing, hearing, tasting, smelling, and touch, were translated equally into each other. It was the Latin definition of line For man in a healthy natural state, when physical and psychic energy med, were constant and distributed in a balanced way to all sense areas. In such a condition it is rather difficult to hallucinate. In any cultural arrangement, trouble always occurs when only one sense is subjected to a barrage of energy and receives more stimu- lus than all the others. For modern Western man that would be the visual state. As psychologists understand sense ratios, overstimulation and under-stimulation can cause thought and feeling to separate.

De gesproken tekst bevat fragmenten uit het boek Finnigans Wake (1939. —  p. 107-108) van James Joyce. Een perfect match met de performance:

It has been called "a work of fiction which combines a body of fables ... with the work of analysis and deconstruction". It is significant for its experimental style and reputation as one of the most difficult works in the Western canon.

(citaat WikiPedia)

Luister hier naar de morse code
(pitch: 550Hz; snelheid: 20 woorden per minuut).

 

QSO

In tijden van Corona blijft reizen delicaat, moeilijk of verboden. Daarom werd gekozen om de zangers Heide Bertram tijdens de performance te laten horen via een korte golf verbinding (op de 80meter band in LSB) vanuit Duisland. Dit werd mogelijk gemaakt door het amateurradio station DP4E, sectie N62, bediend door Bert Gütlinger (DM5IE) in Wüllen dat deel uitmaakt van het Duitse DARC, in verbinding te stellen met deze site. Hier werkte Luc Smet (ON5UK) mee aan de verbinding via het radiostation ARCDP sectie TLS in De Pinte (ON6MS), lid van UBA. On-site wordt de zendapparatuur bediend door Philippe Druez, ON1PHD.

QSO is een term die afstamt van de Morse communicatie wereldwijd en staaat voor een radioverbinding in het algemeen, bijvoorbeeld "TNX QSO 73" betekent:" dank voor het gesprek en tot ziens".

 

16.10.2020 CET 10:37